Prikkels, maar niet die van een cactus

Prikkels, en dan bedoel ik die niet van een cactus.

Beeld je eens in dat je aan tafel zit om te ontbijten, gezellig samen met je gezin. Voor heel veel mensen een doorsnee activiteit die op de automatische piloot gebeurt.

Je vader drinkt koffie, wat stinkt dat eigenlijk. Hij roert met zijn lepeltje door zijn mok heen, wat een rotgeluid. Je moeder strooit hagelslag op haar boterham maar de helft klettert op haar bordje. Ze probeert met haar mes haar boterham door te snijden, gaat niet lekker en zorgt voor gepiep op het bordje. Je vader wiebelt met zijn been en de stoel kraakt daardoor zachtjes. De zon begint te schijnen en piept door de luxaflex naar binnen. Je hond slaat aan omdat de deurbel gaat. Je vader staat op en legt zijn hand op je schouder omdat hij achter je langs loopt.
Je hoort de koelkast brommen en ook de vaatwasser staat aan want dat was je moeder gisteravond vergeten. De katten zijn aan het spelen in de kamer en rennen, krassend met hun nagels over de vloer, door de kamer heen.
Je neemt een hap van je brood en voelt de korreltjes over je tong glijden. De oude kaas laat een smaak achter in je mond.

Jij kunt je niet voorstellen hoeveel prikkels er tijdens het ontbijt zijn waar iemand met een prikkelstoornis last van heeft.

Als je prikkelgevoelig bent komen alle prikkels keihard bij je binnen. Je filter is kapot. Vergelijk het met een portier bij de discotheek. Hij filtert welke mensen wel en niet naar binnen mogen. Dronken mensen laat hij buiten staan, want als hij iedereen naar binnen laat ontstaat er gedoe.

Prikkels komen binnen via je zintuigen; je ogen om te zien, je tong om te proeven, je neus om te ruiken, je oren om te horen en je huid om te voelen. En als je dan dus het stukje nog een keer leest besef je hoeveel prikkels er al zijn tijdens het ontbijt.

Je hoofd zit dan al vol en je bent moe, terwijl de dag nog moet beginnen. Je voelt de stress al in je lijf en je kunt je niet meer concentreren. En dan hebben we het alleen nog maar over een ontbijt en niet eens over een klas met 30 kinderen of een attractiepark met nog veel meer geluid, licht, geuren en andere prikkels.

Het jongetje aan tafel is Tygo. Tygo heeft heel erg veel last van prikkels. De ene prikkel kan hij beter verwerken dan de ander. Een huilende baby is de meeste verschrikkelijke prikkel voor hem. Zijn reukvermogen is onwijs sterk, hij ruikt direct als ik iets in de keuken aan het klaarmaken ben en dan weet hij ook al wat het is.